Kadavervet: Goed tegen tbc,en goed voor soepele voetbalschoenen Carcass-fat Good against tuberculosis and goed for smooth footballshoes….

 Animal rendering – Destructie Column part 31
Please scroll down for the English version

Kadavervet: Goed voor smeerseltjes tegen tuberculose en jicht, soepele voetbalschoenen en het onderhoud van cricket-bats.
Zo was hondenvet een zeer gevraagd “vilderij-product” en werd dit tot in de achttiende eeuw namelijk in vele streken gezien als een goed geneesmiddel tegen “longtering”of tuberculose. In Duitsland was in iedere streek een eigen “Schindersalbe” of Scharfrichtereipflaster”verkrijgbaar en dat gemaakt was op basis van hondenvet.. Het was alleen bij de vilderijen verkrijgbaar en elke vilder had hiervoor zo zijn eigen geheime recept, dat hij van zijn ouders erfde. De smeersels werden ook op de vilderijen gemaakt. Dat er op de meeste vildereijen het met de hygiene erbarmelijk was gesteld, deed er in die tijd niet toe. Men geloofde gewoon in de werking van het smeersel….Soms ging het zo ver dat mensen zelfs hun eigen hond naar de vilder brachten voor het vet van het dier. De vilder maakte dan de hond af , onthuidde het kadaver, won het vet daaruit en leverde dit tegen bepaalde kosten – weer terug aan de eigenaar van de hond.
De verkoop van hondenvet was tot in de achttiende eeuw volledig legaal.. .Niet alleen hondenvet werd in “medicijnen” verwerkt. In Engeland verwerkte een vilder nertsenolie in een smeerseltje, dat door de plaatselijke huisarts werd afgenomen. Hij gebruikte dat als middel tegen jicht en smeerde daarmee de gewrichten van zijn patienten in.

Ook sportverenigingen waren “klant” bij de vilder. Voetballers poetsten hun voetbalschoenen wel in met paardenolie om ze mooi soepel te krijgen en cricketers wreven hun bats in met paardenolie om zo het hout te “voeden” en te voorkomen dat de bats barsten of scheuren gingen vertonen.

Carcass-fat: good for ointments against tuberculosis and gout, smooth soccer shoes and maintenance of cricket-bats.

So dog-fat was a highly demanded “knackery product” and in fact this was until the 18th century in many areas seen as a good medicine against lung tuberculosis. In every region in Germany there was a private “Schindersalbe” or „Scharfrichtereipflaster ” based on dog-fat. It was only available at the knackeries and each knackerman had its own secret recipe that he inherited from his parents.

The ointments were also made on the knackeries. The fact, that at most oft he knackeries the hygiene was lamentable, did not matter at that time did not matter. It was believed just in the working of the ointment ….
Sometimes it went so far that people even brought their own dog to the knacker for the fat of the animal. The knacker then killed the dog , flayed the body, rendered the fat therefrom and delivered this against certain cost-back to the owner of the dog.
Until the 18th century the sale of dog-fat was completely legal..

Not only dog-fat was processed in “medications”. In England a knackerman processed mink oil in a ointment, that was taken by the local family doctor. He used that as a remedy against gout and rubbed this on the joints of his patients.

Also several sports clubs were “customer” at the knackery. Footballers polished their soccer shoes with horse-oil to make them smooth and cricketers rubbed their bats in with horse- oil avoid the bats burst or cracked.

wasenm_1
Zowel voor middeltjes tegen tbc als voor schoenpoets voor de voetbalschoenen wist men de  vilderij te vinden
Both for remedies against  tuberculisis  as for shoepolish for football shoes people knew to find the knackery

Advertentie

Honden- en kattenvellen Dog- and cat skins

Animal rendering – Destructie Column part 30
Please scroll down for the English version

Op vele vilderijen werden ook dode honden en katten gevild. In onder andere Duitsland moesten de vilders niet alleen de wilde honden en katten vangen, maar ze ook doden. Als er sprake was van een enkele hond of kat werd deze verdronken of meestal met één klap doodgeslagen. Bij een grotere aantallen werden de dieren vergiftigd of met koolmonoxide vergast. In Frankrijk werden levende zwerfhonden en katten eerst naar een speciale “opvang” gebracht, waar ze werden afgemaakt en naar de vilder gebracht. In Parijs verzamelden de voddenrapers de dode honden en katten en brachten ze naar de vilderijen.. “Verse” honden- en kattenkadavers werden niet alleen gevild maar ook zorgvuldig uitgeslacht. Om de bout niet meer als dat van een hond of kat herkenbaar te laten zijn, werden de onderpoten, de kop en de staart er afgesneden. Alleen verse kadavers kond men zo “verhandelen” en daarom vingen de voddenrapers ook honden en katten, die ze dan levend en wel naar de vilders brachten. Op de vilderijen waren dan ook geregeld vastgebonden honden en katten wachtend op hun trieste lot. Niet zelden werden deze dieren ook door rondzwervende “honden- en kattenmeppers” aan de vilders verkocht.

Hondenleren handschoenen
Het schijnt dat hondenvellen zeer geschikt waren voor het maken van handschoenen. In Duitsland was het in de zeventiende en achttiende eeuw heel gebruikelijk, dat de vilders verplicht waren om jaarlijks de stads- en dorpsbestuurders hondenleren handschoenen te geven.

Dog and cat skins

On many knackeries also dead dogs and cats were skinned. In Germany the Skinners not only had to only capture the wild dogs and cats, but they have also to kill them. If there was only a single dog or cat was the animal drowned or hit mostly with one beaten to death. At a larger numbers of the animals they were poisoned or gassed with carbon monoxide. Stray dogs and cats living in France were brought first to a special “care”, where they were killed and then brought tot he knackery. In Paris the rags-collectors collect the dead dogs and cats and took them to the knackeries. “Fresh” dog and cat carcasses were not only skinned but also carefully slaughtered. To reach that the quarter was not anymore recognizable as that of a dog or cat the lower leg, the head and tail cut off . Only fresh bodiescould be traded and therefore the rags caught the dogs and cats aliveand took them still alive and well tot he knackeries. On the knackeries were regularly tied up dogs and cats waiting for their sad fate.

 

Gloves made of dogs-leather
it seems that dogs leather was very suitable for making gloves. In Germany it was very common in the seventeenth and eighteenth centuries, that the skinners were obliged to provide every year the city- and villagedirectors with dogs leather gloves.
059-gypsy_dog-killers

Vaak rondzwervende honden- en kattenmeppers brachten honden en katten dood of levend naar de vilderijen.
Often roaming dog and cat catchers brought dogs and cats dead or alive to the knackeries
Bron afb. wikimedia commons

Dubbelwandige horizontale autoclaven met een persinrichting of met zeeftrommel Double wall horizontal autoclaves with a pressing device or with a sieve drum

Animal Rendering – Destructie Column part 29
Please scroll down for the english version

Dubbelwandige horizontale autoclaven met een persinrichting of met zeeftrommel 

Na de eenvoudige en enkelvoudige horizontale autoclaven, zoals beschreven de blog van 9 sept jl.

https://historyofdestructieoranimalrendering.com/2015/09/09/de-eerste-destructieketels-in-de-vorm-van-horizontale-autoclaven-the-first-rendering-cookers-in-the-form-of-horizontal-autoclaves/ )   volgden al snel de dubbelwandige uitvoeringen, waarvan de verwarming met stoom via de dubbele wand ging.

De autoclaaf van Stein uit 1872 had niet alleen een stoommantel maar er liepen voor een extra verwarming over de volle lengte van de autoclaaf drie stoomleidingen, die rechtstreeks waren verbonden met de stoommantel. Verder had de autoclaaf een geperforeerde persplaat, die geleid werd door de stoomleidingen en met een handwiel met spindel werd bediend.  Uiteraard had de autoclaaf de gebruikelijke uitrustingen zoals de mangaten voor vullen en lossen, stoomleidingen, aftapleiding voor vet, veiligheidsklep annex regelventiel etc.

De dubbele wand werd deels gevuld met water, dat werd omgezet in stoom en waarbij de  condens weer terug kwam in het onderste deel van de dubbele wand. Door de verdamping van het vocht uit het te verwerken materiaal of desnoods door toevoeging van extra stoom liep de druk in de autoclaaf op naar de ingestelde waarde op het regel-  annex veiligheidsventiel. Na aftappen van vet en water draaide men met het handwiel de persplaat steeds verder aan en werden zo alle vet en vocht uitgeperst, dat via de gaten in de persplaat naar het aftappunt vloeide. De overblijvende, bijna droge massa werd via het mangat onder aan de zijkant gelost.

In dezelfde periode kwamen er – vergelijkbaar met de zeefmanden in de vertikale autoclaven –  in de horizontale destructieketels een om de lengteas draaibare zeeftrommel. Een dergelijke autoclaaf was die van Broadnax uit 1868, die bovendien door een extra zeefplaat in twee delen werd verdeeld.

Het bovenste deel bevatte  een met de hand !! bediende zeeftrommel met aan de binnenzijde daarvan rechtop staande tanden. Het vrijkomende vet en water vloeiden eerst uit de zeeftrommel vervolgens door de zeefplaat naar de bodem van de autoclaaf.

Voor een zo goed mogelijke gelijkmatige verwarming werd de zeeftrommel zo nu en dan met een slinger handmatig! gedraaid, waarbij de tanden in de trommel een extra verkleinende en dooreen mengende werking hadden. De ontstane gassen en dampen werden afgevoerd en in het ketelvuur verbrand. Aan het eind van het proces werd de zeeftrommel geopend en op de zeefplaat eronder geledigd. De resterende vaste stof en het vet werden onder in de autoclaaf net zo lang verhit totdat alle water hieruit was verdampt. Vervolgens werd het vet afgetapt om verder te worden gereinigd.

 

Double wall horizontal autoclaves with a pressing device or with a sieve drum

After the single walled the horizontal autoclaves ( described in my blog of sept 9th 2015 ) were soon followed by the double hull designs, whose heating occurred with steam through the double wall.

The autoclave by Stein from 1872 had not only a steam jacket but for an extra heating there were over the full length of the autoclave three steam piplines, which were directly connected to the steam jacket. Furthermore, the autoclave had a perforated press plate, which was led by the steam lines and was served with a hand wheel with spindle.   Of course the autoclave had the usual equipments and appendages such as the manholes for filling and discharging, steam pipes, drain tube for fat, safety valve/control valve etc.

The double wall was partially filled with water, which was converted to steam and the condensation came back again in the lower part of the double wall. By the evaporation of the moisture from the material to be processed itself or – if necessary by adding extra steam  –  the pressure in the autoclave ran on to the set value on the control- annex safety valve.
After draining off the fat and water with the hand wheel the press plate was turned ever further onto and in that way all fat and moisture were squeezed out, and went through the holes in the press plate to the draining point. The remaining, almost dry mass was discharged  via the manhole at the bottom of the autoclave.

In the same period–similar to the strainer baskets in the vertical autoclaves – the  horizontal rendering boilers became at their longitudinal axis a rotating (horizontal) sieve drum.  Such autoclave was that of Broadnax from 1868, which was divided into two parts additional by an extra sieve plate.
The upper part contained a hand!! operated Sieve drum with on the inside upright rows of teeth. The fat and water first flowed out of the sieve drum then passed through the sieve plate to the bottom of the autoclave.  For the best possible uniform heating now and then the sieve drum  was manually! turned, the teeth in the drum gave an extra diminutive and mixing operation.
The resulting gases and vapours were burned in the boiler fire. At the end of the process the sieve drum was opened and emptied on the sieve plate below it. At the bottom of the autoclave the remaining solid and the fat were just as long heated until all the water evaporates. The fat was then tapped to be further cleaned and the solids removed.

US 124 983 uit 1872

De horizontale destructieketel van Stein met ingebouwde persinrichting
The horizontal rendering autoclave of Stein with hand operated pressing device.
Bron: US 124 983 uit 1872 van Stein IMPROVEMENT IN PROCESS AND APPARATUS FOR RENDERING FATS

US 081 743

Langsdoorsnede en dwarsdoorsnede van de destructieketel van Broadnax met de handbediende zeeftrommel met daaronder de opvangruimte voor de verwerkte vaste stof en daar weer onder die voor de vloeistoffen

Longitudinal section and cross section of the rendering cooker of Broadnax with the hand-operated screen drum with below it the reception room for the processed material and below that for the liquids

Bron: US 081 743 uit 1868 van A. Broadnax RENDERING APPARATUS

 

Parijse voddenrapers en Russische hakengangers als bottenrapers. Bones collected by rag- and bonepickers

Animal Rendering – Destructie Column part 28
Please scroll down for the English version

Parijse voddenrapers en Russische hakengangers als bottenrapers.

In de tweede helft van de achttiende eeuw waren botten zoveel waard, dat zij uiteindelijk zelfs werden gezocht. Zo brachten de voddenrapers in onder andere in Parijs lange tijd alle botten overal uit de hele stad naar de vilderijen.

In Rusland werden de botten niet alleen door voddenrapers verzameld maar waren er ook  speciale bottenrapers. Op het platteland, in de dorpen en in de kleinere steden waren dat vaak rondzwervende opkopers, die  spullen uit hun centenkraam, zoals “wasparels”, bonte linten, kruizen, spiegeltjes en opsmukwaar ruilden voor botten. De “dagopbrengsten” werden thuis bewaard en zodra de totale hoeveelheid groot genoeg was, werden de botten aan tussenhandelaren verkocht. In sommige gebieden kwamen verzamelaars, handelaren maar ook de boeren zelf soms wel van 200 km ver elk voorjaar naar de havens, om de botten te verkopen, waar ze dan per schip werden afgevoerd.

In de Russische grote steden hadden de opkopers een minder groot werkgebied en waren ze min of meer gespecialiseerd naar de soort rommel en afval. Zo waren er flessenverzamelaars, voddenrapers, oud-ijzerverzamelaars en dus ook bottenverzamelaars. Voor het eigenlijke werk hadden deze mensen meestal jongens maar in de zuidelijke gebieden ook uit vrouwen “in dienst”. Met een zak en een haak gingen zij  iedere dag als “hakengangers” op pad om met hun haak de botten uit allerlei afvalputten en mesthopen te vissen.  Sommige van hen hadden wel zelf wat geld en kochten dan in de keukens van particulieren maar ook van bijvoorbeeld kazernes, in worst en conservenfabriekjes etc de botten op en droegen ze dan in een zak op hun rug of op een kleine kar naar huis. Een enkele hakenganger genoot zoveel vertrouwen dat de baas elke dag wat geld als “handelsvoorschot” beschikbaar stelde. Tenslotte waren er onder de hakengangers de “heertjes”. Zij werden, die eens per week of per maand uitbetaald en kregen van hun opdrachtgevers kleine kamertjes aangewezen, waarin zij niet alleen de dagelijks verzamelde botten sorteerden en bewaarden maar daarin ook sliepen. De meeste hakengangers sliepen echter in allerlei schuilhoeken.

Tenslotte werden in de zomer vaak grote hoeveelheden botten gevonden op plaatsen, waar voor het leggen van funderingen werd gegraven.

Botten waren werden zelfs zoveel waard, dat bij het zoeken hiernaar zelfs kerkhoven niet werden ontzien”.

Bones collected by rag- and bonepickers

In the second half of the eighteenth century bones were worth so much, that eventually they  were sought. So brought the rags collectors in, among others, Paris for a long time all bones everywhere from the entire town to the knacker-yards.

In Russia were the bones not only by rags collectors collected but that was also done by special bones pickers. In the countryside, in the villages and in the smaller cities it were often the wandering curiosity shops, that stuff from their pennies stall, such as, colorful ribbons, crosses, mirrors and accessories exchanged for bones. The daly-returns” were first kept at home and as soon as the total quantity was large enough, the bones were sold to a intermediate agent.  In some areas each spring, traders and collectors but also the farmers themselves came sometimes from 200 km far to the ports, in order to sell the bones, where they then were transported by ship.

In the Russian large cities the purchasers had smaller working area’s and they were also more or less specialized to one specific kind of junk or waste. There were bottles collectors, rags collectors, old-iron collectors and so also bones collectors. For the actual work these people usually had not only guys but in the southern areas fromRussia they had also women “in service”. ” With a bag and a hook every day they went on their path to pick up the bones from a variety of waste and manure heaps. Some of them did have themselves some money and they bought the bones in the kitchens of individuals but also of, for example, barracks, in sausage and canned food factories etc and carried them home in a bag on their back or on a small cart. A very few one enjoyed as confident that the boss give him every day some money as “the advance” available. Finally,  some among them were  the “Little Lords”. ”. They were, once per week or per month paid out and received by their ordering party small rooms designated, in which they not only kept their daily collected bones but they also slept in there.  Most, however, slept in all kinds of  recesses.

During the summer often large quantities of bones were found in places, where was dug for laying of foundations.

Finally bones were even worth that much, that – when searching them – even cemeteries were not respected “.

hakengangers Ragpicker

Botten- en voddenraper in actie
Bron: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Ragpicker.JPG

Artikel in Haarslev Herald over deze blog Article in the Haarslev Herald about this blog

Onlangs heeft de Haarslev Herald dit interview met mij gepubliceerd over mijn blog over de geschiedenis van de destructie. De Haarslev Herald wordt verspreid onder het personeel en de stakeholders. Ook nu ben ik hier erg blij mee en vind ik dit een grote eer.

A couple of weeks ago Haarslev Herald published an interview with me about bij bog on the history of animal rendering.  The herald is distributed to the staff and stakeholders. And again I am very glad with that and I think this is a great honnor.

A.M. Oudejans 2

Artikel Haarslev Herald

Van de oude beenderenmolens naar de huidige “crushers” From the old bonemills to todays crushers

Animal Rendering – Destructie Column part 24

Please scroll down for the English version

Van de oude beenderenmolens naar de huidige  “crushers” 

Rond 1850 werden in Amerika en in Engeland zowel rauwe als uitgekookte botten net als steenkool met twee tegen elkaar indraaiende walsen vermalen. Dergelijke tandwalsmolens of Yorkshire Bonemills waren wellicht de voorlopers van de hedendaagse in de destructie gebruikte “crushers”.

De walsen van deze beenderenmolens waren gelagerd in een stevige behuizing, waarin van boven af de botten werden toegevoerd nadat eerst alle ongerechtigheden zoals stukken ijzer waren verwijderd,. De walsen hadden om hun omtrek allemaal kransen van tanden, waarbij die van de ene wals precies tussen de kransen van de andere wals paste.  Door het tegen elkaar indraaien van de walsen werden de botten hiertussen gebroken, waarbij de grootte van de verkregen brokken bepaald wordt door de afmetingen van de tanden .
Om de botten heel fijn of zelfs geheel tot poeder te vermalen werd onder het eerste paar walsen een tweede en soms zelfs een derde stel walsen opgesteld. De lengteassen stonden hierbij dan haaks op de lengteassen van de walsen daarboven, waarbij de tanden van het onderste paar het fijnst waren. Aan de onderzijde wordt het vermalen materiaal afgevoerd.

Gebeurde de aandrijving van deze molen op kleine vilderijen vaak nog handmatig, grotere bedrijven hadden hiervoor een mechanische aandrijving.

Tegenwoordig moeten – voor de vereiste hittebehandeling niet alleen botten maar ook grote hompen en hele kadavers verkleind worden tot een brij-achtig mengsel van vloeistof en vaste delen, waarbij sinds begin jaren negentig volgens de wet de vaste stukjes in deze brij uiteindelijk niet groter mogen zijn dan 5 cm. Het verkleinen gebeurt in een breker of “crusher”, die enigszins is te vergelijken met de bovenstaande beenderenmolens. in een trechtervormige bunker liggen onderin evenwijdig naast elkaar twee assen, met daarop over hun gehele lengten haaks hierop (snij)nokken. Hierbij passen de nokken van de ene as steeds tussen die van de andere in. De assen draaien langzaam tegen elkaar in, waarbij de nokken dan telkens in het materiaal haken en – tegen elkaar in draaiend – niet alleen beenderen breken maar ook steeds stukken uit het materiaal snijden. De stukken en ook de vloeistoffen komen op de onderliggende transportband naar de verdere verwerking terecht. Om er voor te zorgen dat de vaste stukjes klein genoeg zijn, wordt de verkleining vaak in twee stappen gedaan. De tweede stap is hierbij dan vergelijkbaar met de eerste.
Tussen deze twee stappen in worden met magneten de ongewenste metalen voorwerpen eruit gehaald.

From the old bonemills to todays crushers

Around 1850  in America and in the UK both raw as boiled-out  bones were – just like coal  – grinded in between two against each other turning rollers.. Such Bonemills or Yorkshire mills were the forerunners of the contemporary in the rendering industry used “crushers”.The rollers are beared in a strong casing, in which from above the bones are loaded after first removing all iniquities as iron pieces. On their surroundings the rollers have whorls of teeth, of which the teeth of one roller goes right in between the teeths of the whorls of the other roller.By the turn of the rollers against each other the bones are between the rollers broken, where the size of the obtained pieces is determined by the size of the teeth.
To grind the bones to a very fine  powder there became among the first pair of rolls a second and sometimes even third set rollers. The length axles were then at right angles to the length of the rollers up there, of which the teeth of the lower rollers were the finest. At the bottom is the shredded material discharged

On the small knacker-yards the mill drive happened manually, still larger “companies” often  already had a mechanical drive.

Nowadays – for the required heat treatment not only bones but also large hunks and entire carcasses have to be reduced to a slurry of liquid and solids, in which – since the early 1990s – according to the law the solid pieces have to be smaller than 5 cm. The reduction occurs in a crusher, which is somewhat similar to the  above described bones mills.

On the bottom of a funnel-shaped bunker are – parallel next to each other – two axles, with over their entire lengths in a right angle  (cutting) cams. It always fit the cams of the one between those of the other. The axes turning slowly against each other, where each time the cam in the equipment hooks and-against each other in turning – not only break bones but also cutting pieces from the material to be crushed. The pieces and also the fluids come on the underlying conveyor to the further processing. To ensure that the solid pieces s became mall enough, the reduction is often done in two steps. The second step is then similar to the first.
Between these two steps in with magnets the unwanted metal objects taken out.

Blog 2015 11 11primitieve crushers

Boven- en zij aanzicht breker met de twee tegen elkaar indraaiende getande rollen, zoals in Amerika werd gebruikt. Op de afbeelding helemaal rechts zien we het wiel voor de handmatige! aandrijving 
Top and side view with the two against each other turning toothed roles, such as in America was used. On the image at the far right, we see the wheel for the manual! drive …
 (Bron: Dawidowski and Brannt “Glue gelatine animal charcoal,phosphoros, cements pastes and mucilages ” 1905 p. 35)
Blog 2015 11 11 Moderne crusher1

hedendaagse crusher
Bron: Eigen foto

Blog Historie dierlijk afvalverwerking gedeeld door Haarslev Blog History animal rendering shared by Haarslev

Haarslev Industries, één van de grootste leveranciers van rendering processen en installaties heeft vandaag op Linked-in de blog over de geschiedenis van de animal rendering (destructie) gekoppeld aan haar showcasepagina “Protein Recycling, Rendering and Fish”

Een grote eer!

Haarslev Industries, one of the largest suppliers of rendering processes and installations has today linked to its showcase page “Protein Recycling, Rendering and Fish” on Linked-in the blog about the history of the animal rendering

A great honour!

li-in haarslev bericht 2 16 okt 2015

Mooi en ontroerend! Beautiful and touching!

Edward Juarez schilderde in 1980 zijn werk van het vullen van de destructie-autoclaaf met veren.

In 2006 sierde dit schilderij als de omslag van het boek “Essential Rendering” van David L. Meeker, waarbij de schrijver de volgende toelichting gaf:

Dit schilderij hangt in het kantoor van de National Renderers Association in Alexandria, Virginia. De schilder, Edward Juarez, werkte zijn hele werkzame leven bij Omar Rendering Company in San Diego. Hij begon op 12 jarige leeftijd met het oppakken van runderhuiden. Dhr Juarez schilderde dit tafereel in 1980 en het is één van de 10 schilderijen van de fabriek, waar hij werkte.

Over dit schilderij zegt de schilder dat aan het einde van de dag de werkers de destructieautoclaaf vulde met veren. De vorige lading, die hierin werd verwerkt was bloed uit het slachthuis, dat tot bloedmeel werd verwerkt. “We werkten zo hard als we konden – we werkten ons uit de naad – maar we trots op ons werk en dat gaf ons plezier!” ……..

Mooi en ontroerend!


In 1980 painted Edward Juarez his work at the loading of therendering cooker with feathers

In 2006 decorated this painting as the cover of the book “Essential Rendering” by David L. Meeker, in which the writer gave the following explanation:

“This painting is on display in the NRA office in Alexandria, Virginia. The artist, Edward Juarez, worked at the Omar Rendering Company in San Diego, CA his entire working career. He started working at age 12, picking up cattle hides. Mr. Juarez painted this scene in 1980, one of ten paintings he did in the plant where he worked.

The renderer/artist said this scene was of workers loading the batch cooker with feathers at the end of the day. The previous batch was blood from packing houses made into blood meal. Edward Juarez said, “We worked as hard as we could—we worked our butts off—but we took pride in our work and it was fun for us”. …….. “

Beautiful and touching!

juarez

Bron: Cover book “Essential Rendering” by David L. Meeker 2006
op http://assets.nationalrenderers.org/essential_rendering_book.pdf

De eerste destructieketels in de vorm van horizontale autoclaven The first rendering cookers in the form of horizontal autoclaves

Animal Rendering – Destructie Column part 22

Please scroll down for the English version

De eerste destructieketels in de vorm van horizontale autoclaven

Naast de rechtop staande autoclaven kwamen er in de negentiende eeuw ook liggende destructie-autoclaven, waarvan het apparaat van Blackhall-Slight in Edinburgh uit 1850 één van de eerste was.

Blackhall-Slights’ autoclaaf was enkelwandig, had een ovale dwarsdoorsnede en was op de voor- en bovenkant na samen met een vuurhaard geheel ommuurd. De bovenkant had een veiligheidsklep annex drukregelaar en een afsluiter voor het ontluchten en voor het toevoeren van water. De voorkant had helemaal onderaan een aftapkraan voor vet en water en het  mangat voor het vullen en het lossen van de verkookte massa. De afdichting van het mangatdeksel gebeurde met een klem, waarbij henneptouw en havermeel als “afdichtingspakking” werd gebruikt.

Vlak boven de aftapkraan had de autoclaaf over de volle lengte een zeefbodem, waarop de te verwerken botten etc kwamen te liggen. Na toevoegen van een hoeveelheid water werd het geheel opgewarmd. Zodra er uit de ontluchtingskraan op de autoclaaf alleen nog stoom kwam werd deze afgesloten en de autoclaaf op een druk van 2 bar gebracht. Na een vol etmaal onder een druk van 2 bar stomen waren de botten, afgekeurd vlees en kleine kadavers uiteengevallen en kon de druk uit de autoclaaf worden afgelaten. Vervolgens werd onder aan de autoclaaf eerst het lijmwater afgetapt en daarna het vet.

Voor een gelijkmatiger drukbelasting waren de latere destructieautocklaven niet meer ovaal maar hadden zij een ronde dwarsdoorsnede. Bovendien kwamen er tussen de voor en achterkant over de volle lengte horizontale trekstangen of hoekijzers voor versteviging van het geheel.


The first rendering cookers in the form of horizontal autoclaves
In addition to the upright standing autoclaves, nineteenth century there came also horizontal rendering cookers, of which the device of Black hall-Slight in Edinburgh from 1850 one of the first was.

Black hall-Slights ‘ autoclave was single hulled, had an oval cross section and was except the front and top fully together with the firebox walled. On top of the autoclave there was a safety valve/pressure regulator and a valve for venting the air, for feeding water and bleeding of pressure. The front had a draining valve for fat and gluewater and a manhole for filling and discharging the boiled mass. The sealing of the manhole cover was done with a clamp, with hemp twine and oatmeal was used as “sealing stuffing”.

Right above the drain valve at its full length the autoclave had a sieve bottom, on which the raw bones etc were put. After adding a quantity of water the whole was warmed up. As soon there came only steam from the vent valve on the autoclave the valve was closed and the autoclave brought on a pressure of 2 bar.
After 24 hours steaming and boiling at a pressure of 2 bar the bones, meat and small carcasses were disintegrated and could be bleeding off the autoclave pressure. After that at the bottom of the autoclave first the glue water was drained followed by the fat.

For a more equal pressure loads the cross section of the later rendering autoclaves was no longer oval but round. In addition to that, there were between the front and back along the full length horizontal tie rods or angle irons for reinforcement of the autoclave.

hor autocl 1

Het apparaat van Blackhall-Slight met dwars- en overlangse doorsnede. Op de doorsneden is de geperforeerde boden, waar de botten op liggen aangegeven met m-m
Goed is te zien dat het wel een veiligheidsklep maar geen manometer en ook geen peilglas had. Het apparaat was 2 m lang en had 90 cm breed.

The device of Black hall-Slight with transverse and longitudinal cross-section. On the cross sections is the perforated bottom, where the bones are put on is indicated by m-m . Good to see is that the autoclave does have a safety valve but no pressure gauge and also no sight glass. The device was 2 m long and had 90 cm wide.

hor autocl 2

 Bron: Rühlmann Über Blackhall’s Apparat zum Dampfen der Knochen als Düngermittel

Het uit de destructieautoclaaf lossen van het verkookte kadavermateriaal The unloading of the rendering autoclave from the cooked animal carcasses

Animal Rendering – Destructie Column part 21

Please scroll down for the English version

Het uit de destructieautoclaaf lossen van het verkookte kadavermateriaal ron 1880

Het verkookte kadavermateriaal moest handmatig weer uit de destructieautoclaaf gespit worden, waarvoor meestal iemand de autoclaaf in moest. We kunnen ons voorstellen, dat dit een zwaar en uiterst onaangenaam werk was. Bovendien koste dit veel tijd, omdat de autoclaaf eerst moest afkoelen.

Hieronder staan een paar van de methoden, die bedacht zijn om dit werk niet alleen enigszins te verlichten maar ook om dit in een veel kortere tijd te kunnen doen.

Rond 1844 deed, Ebenezer Wilson in Cincinnatti, dit via een klep in zowel de bodem van de autoclaaf als in de zeefplaat . Beide kleppen werden gelijktijdig met een ketting of een spindel via het deksel van de autoclaaf geopend, waarbij het vaste materiaal dan in één keer vanaf de zeefplaat in een opvangbak onder de autoclaaf viel. In 1874 had Wilson vier van deze autoclaven in werking, elk met een inhoud van 5,5-7 m3.

De New Yorker Husband deed dit rond 1879 door de zeefplaat voor het kadavermateriaal in de autoclaaf schuin naar het mangat toe te leggen.

De autoclaaf uit 1867 van William Perry uit Massachusetts kon in het midden met een ketting om zijn dwars as gedraaid worden. Aan het ene uiteinde van de autoclaaf was de opening voor het vullen en het ledigen. De andere kant had een zeef met daaronder een aftapkraan.

De stoom werd via een leiding door het lager van de dwarsas in de autoclaaf geleid. De autoclaaf werd rechtop gezet en via de aftapkraan aan de onderkant werd continu het ontstane vet en lijmwater naar een ander vat afgetapt. De vaste materiaal op de zeef bleef zo “droog” en constant volledig aan de werking van de stoom blootgesteld.  Na afloop van het proces werd de druk afgelaten, de aftapkraan losgekoppeld en de vulopening geopend. Het geheel werd met de ketting een halve slag gedraaid waarna de vaste resten uit de autoclaaf uit vielen om elders tot meststof te worden vermalen.

The unloading of the rendering autoclave from the cooked animal carcasses aroud 1880

The cooked material had to removed from the rendering autoclave or “digester” by carving out manually, for which usually someone had to go into the digester. We can imagine, that this is a heavy and extremely unpleasant work. In addition to that, this costs much time because of the fact that the autoclave first had to cool down.

Below a few of the methods are descripted, not only designed to relieve this work a little bit  but also to be able to do this in a much shorter time.

Around 1844, Ebenezer Wilson in Cincinnatti, did this by means of a valve in both the bottom of the digester as in the false seave bottom. Both valves were simultaneously opened with a chain or a spindle through the lid of the digester, after which at one time the solid material fell directly from the sieve plate into a container under the digester. In 1874 Wilson had four of these autoclaves working, each with a capacity of 5.5-7 m3.

The New Yorker Husband did this around 1879 by putting in the digester the sieve plate for the cadaver material diagonally towards the manhole.

In 1867 William Perry’s digester from Massachusetts could be rotated with the aid of a chain around its cross axis in the middle. At one end of the digester was the opening for filling and emptying. The other side had a screen with a drain valve.

The steam was led into the digester through a conduct-pipe through the bearing of  the transverse axis. The digester was put upright and via the drain valve at the bottom the resulting grease and glue water were continuously drained to another barrel. In that way the solid material on the screen remained “dry” and also constantly exposed to the full influence  of the steam.  At the end of the process, the pressure was released, the drain valve disconnected and the filling opening opened. With the chain the whole thing was turned a half turn after which the remains fell from the autoclave for being ground elsewhere to fertilizer.

blog 2015 08 11  Het uit de destructieautoclaaf lossen van het verkookte kadavermateriaal 1898 Andes Animal Fats and Oils 1898  p. 33 Wilson's autoclaaf

De van buiten af bedienbare opening aan de onderkant van de autoclaaf van Wilson

From the outside controlled unloading valves in the seave and at the bottom of the autoclave from 1844 by Wilson.

Bron: L.A. Andès: “Animal Fats and Oils” 1898  p. 33